Hoe klapt de laatste rode roos.
Hoe weent de gaffel bitter.
De laatste herders hoeden doos,
En hijgend gast de fitter.
Het alvlees kliert, het schild kliert mee.
Het kleine smal deelt vier door twee.
De ree kent ook haar wel en wee.
En dit zij haar vergeven.
Want, duizend schoon de zweze rikt,
De ooie vaart waar medem blikt,
En zo vervliet het leven.
Daan Zonderland (1909-1977)
e>
Hoe weent de gaffel bitter.
De laatste herders hoeden doos,
En hijgend gast de fitter.
Het alvlees kliert, het schild kliert mee.
Het kleine smal deelt vier door twee.
De ree kent ook haar wel en wee.
En dit zij haar vergeven.
Want, duizend schoon de zweze rikt,
De ooie vaart waar medem blikt,
En zo vervliet het leven.
Daan Zonderland (1909-1977)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten