zondag 21 juni 2009

Zomerplaatje(s)


Everyone has a song he loves to hate. Een van mijn all-time k*ttracks is ‘This is not a love song’ van Public Image Limited. Een non-nummer, geterroriseerd door de snerende stem van poseur Johnny Rotten.

Wie zo’n kotssong weet te transformeren tot een heerlijk zonnige, zwoele bossa nova verdient dan ook mijn onverdeelde aandacht.

Perfecte soundtrack
Het overkwam mij tijdens onze eerste Goa-reis in februari 2005. Wij zaten na zonsondergang onder optimale omstandigheden op het ultieme chill-out strand van Palolem, tussen feeërieke lichtjes Thais te tafelen met de zee lui ruisend op de achtergrond. En uit de speakers klonk de perfecte soundtrack van die al even perfecte avond: de debuut-cd van wat later het Franse groepje Nouvelle Vague bleek te zijn.

Het album dat we daar toen met stijgende verbazing in zijn totaliteit voor het eerst hoorden bleek –behalve eerdergenoemde P.I.L.-cover– nog veel meer pareltjes te bevatten. Allemaal songs (nouvelle vague = new wave, snappu?) uit de post-punkperiode, ontdaan van hun hoekige doem & agressie en stuk voor stuk overgoten met een relaxed, subtropisch sausje.

Poepoepiedoe
Van de bekendere tracks noem ik slechts Joy Division’s ‘Love will tear us apart’, XTC’s ‘Making plans for Nigel’ en ‘A Forest’ van The Cure. Het lijkt ondoenlijk, maar stel je deze nummers dus eens voor in een zwoel-akoestische uitvoering, vergezeld van lichte Braziliaanse percussie & sfeergeluidjes, gezongen door een drietal zangeressen met poepoepiedoestemmetjes & een charmant Frans accent, en je krijgt een beetje een beeld van dit eigenzinnige coveralbum.

Herhalingsoefening?
Nooit gedacht dat dit project (geesteskind van Parijzenaars Marc Collin en Olivier Libaux) een vervolg zou krijgen, maar een jaar later, tijdens de zomer van 2006, verscheen de tweede Nouvelle Vague-cd 'Bande à Part'.
Op het eerste gehoor een aangename herhalingsoefening waarbij het trucje nog eens dunnetjes werd overgedaan. Maar na herbeluistering bleken toch ook duidelijke variaties & verschillen hoorbaar binnen de formule.

Zo werd het monopolie van de zuchtmeisjes doorbroken (een meneer zong Blondie’s ‘Heart of Glass’ en Yazoo’s ‘Don’t go’) alsook de hegemonie van de bossa nova: er klonk reggae, lichte blues, musette en Echo & the Bunnymen’s ‘The Killing Moon’ was nu zelfs een lieflijk-naief walsje!

Bonuszangers
Op hun zojuist verschenen derde, simpelweg NV3 getiteld, gaat de groep doodleuk verder op die ingeslagen weg. Bovendien is op een viertal tracks als leuke bonus de oorspronkelijke zanger te gast om een paar regeltjes mee te zingen. Zo geet Martin Gore acte de presence op Depeche Mode’s ‘Master and Servant’ en neuzelt Ian McCullough het refrein mee op ‘All my colours’ van Echo & the Bunnymen.

Prijsnummers zijn ‘The American’ (ooit van Simple Minds), de lome Talking Heads-cover ‘Road to nowhere’, een prachtig ‘Heaven’ (wie kent ’t nog van de Psychedelic Furs?), Plastic Bertrand’s ‘Ca plane pour moi’ in ska/dubreggae uitvoering en een totaal gestript ‘So lonely’ van The Police.

Er is nog maar één bossa nova cover: het tot lispelend kampvuurliedje omgetoverde ‘God save the Queen’ van eerder genoemde heer Rotten. Eat your heart out Johnny!

Laat die zomer maar komen…

Geen opmerkingen: