donderdag 24 september 2009

Autumn Almanac


Wie door al die Beatles-postjes van de afgelopen tijd mocht denken dat ik maar één bandje echt leuk vind, zal ik hierbij uit de droom helpen. Ik heb op z’n zachtst gezegd namelijk nogal een brede muzikale smaak. Qua tijdgenoten van The Fab Four heb ik bijvoorbeeld ook The Kinks heel erg hoog zitten.

Perfecte popsongs
Oprichter/tekstschrijver Ray Davies verdient wat mij betreft de Nobelprijs voor de Perfecte Popsong. En hij heeft er in die categorie heel wat op zijn naam staan. Zoals hij zelf terecht ooit zonder valse bescheidenheid opmerkte: ‘I’ve only written about 200 good songs, the rest were B-sides’. Hij zal er denk ik niet ver naast zitten.

In 1963 begonnen The Kinks hun carrière in de slipstream van The Beatles. Het was de tijd van de Britse Invasie en op de eerste drie LP’s klonk de band nog als het zoveelste aardige beatgroepje. Met heel wat klassieke singlehits en dito gitaarriffs, dat wel.

Sociaal observator
Dat Ray ook tekstueel heel wat anders in zijn mars had bleek o.a. al bij tophits als ‘A Well Respected Man’, ‘Dedicated follower of fashion’, en ‘Sunny Afternoon’. De echte kentering begon in 1966 duidelijk te worden met de LP ‘Face to Face’ waarop Ray zijn nieuwe rol van milde sociale observator verder doorontwikkelde en steeds nostalgischer en introspectiever songs ging schrijven.

Nostalgische concept-LP
Terwijl zijn generatiegenoten op straat demonstreerden tegen Vietnam en vóór een betere wereld, de Stones ‘Street Fighting Men’ opnamen en Lennon licht aarzelend over ‘Revolution’ zong, maakten Davies & co. in 1968 de allereerste concept-LP: ‘The Village Green Preservation Society’. Een harmonisch album waarin de 24-jarige Ray vol weemoed een verloren jeugd en het verlangen naar vroeger tijden bezong vanuit verschillende invalshoeken.

De LP in kwestie flopte destijds volkomen en werd als concept-album een paar maanden later voorbijgestreefd door het monumentale ‘Tommy’ van The Who, maar geldt tegenwoordig bij muziekcritici en –liefhebbers als een van de ijkpunten in het werk van The Kinks.

Veertig jaar na dato zijn The Kinks al lang ter ziele. Ray Davies treedt af & toe nog op; solo of met gelegenheidsbandjes. In 2007 vertolkte hij tijdens de Electric Proms eenmalig een drietal van grootste hits, begeleid door een 65 man/vrouw sterk koor. Pas afgelopen zomer verscheen als vervolg op deze bijzondere samenwerking een studioversie met nog dertien andere nummers onder de titel ‘The Kinks Choral Collection’.

Edelkitsch?
De Engelse pers is veelal juichend, maar ja, de 65-jarige Davies heeft daar dan ook de terechte status van ‘godfather of Britpop’. De meeste Nederlandse muziekrecensenten blijken dit helaas brave edelkitsch te vinden. Ikzelf wou dat het een dubbel-cd geworden was!

Toegegeven, uitgerekend de vroege riff-nummers ‘You really got me’ en ‘All day and all of the night’ werken niet als koorversie, maar de rest is van een ongekende pracht. ‘Waterloo Sunset’ (een van de mooiste popsongs aller tijden) ontroert opnieuw en ‘Victoria’ swingt de pan uit, terwijl ‘Days’ en ‘See my friends’ een bijna sacrale schoonheid kennen.

Extra leuk is het feit dat op de cd een hele zwik nummers van ‘Village Green Preservation Society' in een nieuw koorjasje staan. Blijkbaar rekent ook Ray dit tot het beste werk uit zijn gigantische songbook.

‘God save little shops, china cups and virginity, Donald Duck, vaudeville and variety’, schreef hij ooit.

God bless Ray Davies, zou ik tot slot nog willen toevoegen.

Geen opmerkingen: