zaterdag 7 februari 2009

Trugkieke


Some guys have all the luck dacht ik bij het lezen van ‘Backstage in de sixties’. Stel je voor: je maakt niet alleen de aanloop naar en de hoogtepunten van de zestiger jaren in de VS en Engeland mee, je drukt er bovendien een eigen stempel op, overleeft het allemaal ook nog eens, om er vervolgens op je ouwe dag een aardig boek over te schrijven

Ik heb het over Joe Boyd wiens memoires -in Engeland verschenen onder de titel ‘White Bicycles’- voor echte muziekliefhebbers niets minder dan jaloersmakend zijn. De man maakte later naam als producer van talloze bands waaronder Pink Floyd (debuutsingle ‘Arnold Layne’), The Incredible Stringband (wie kent ze nog?) en Fairport Convention, om er slechts een paar te noemen.

Ingebouwde antenne
Maar wat vooral uit ‘s mans carrièreoverzicht blijkt, is dat Boyd beschikte over een uiterst fijne neus voor nieuw talent. En over een ingebouwde antenne om steeds op het juiste moment op de juiste plaats in de rockgeschiedenis aanwezig te zijn. Zo was hij bijvoorbeeld in 1965 als geluidstechnicus betrokken bij het Newport Festival, de editie waar Dylan de folkies letterlijk een elektrische schok bezorgde met zijn eerste plugged-in optreden, ondersteund door The Paul Butterfield Blues Band.

Imposante revue
Het verhaal over dat beruchte optreden deed mij de DVD ‘Festival!’ uit de kast trekken en herbekijken. De documentaire van Murray Lerner biedt een fraaie sfeerbeeldcompilatie van de Newport edities 1963/1965 in een imposante revue van toenmalige grootheden uit het folk- en bluescircuit. Zoals daar waren: Joan Baez, Pete Seeger, Peter, Paul & Mary, Howling Wolf, Son House, The Staple Singers en Donovan. En Dylan natuurlijk.

Het allermooist zijn echter de volstrekt onbekende artiesten die daar op een klein, lullig podiumpje optraden. Van gospelgroepen die zo uit de kerk geplukt leken tot country & western fiddlers die waarschijnlijk de avond ervoor nog in hun hometown honky tonk hadden opgetreden. Hier was, behalve sociaal betrokken folk, vooral ook nog de echte volksmuziek van de gewone man te horen. Geen wonder dat Dylan’s elektrische set tussen al die akoestische onschuld insloeg als een bom.

Overgangsperiode
Newport was vooral ook een belangrijk muzikaal podium voor de burgerrechtenbeweging waar zwart en blank in ieder geval qua programmering broederlijk naast elkaar stonden. Daarentegen was het publiek overwegend blank en nog grotendeels clean cut. Maar ertussen begonnen al wel de eerste voorovergekamde Beatleskapsels op te duiken, net als de eerste voorlopers van wat men later ‘hippies’ zou gaan noemen.

Al snel zouden dope, hedonisme en commercie de sfeer op grote festivals beslissend gaan bepalen. The times they were a-changing indeed. De muziekwereld zou er nooit meer zo uitzien als in 1965. Mede daarom is ‘Festival!’ een definitief en nog steeds bezienswaardig tijdsdocument.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

bedankt! heb echt genoten van deze dans, leuk hoor.




gr Mo

PeterQ zei

Ja leuk hè? Wou dat ik zelf nog zulke soepele benen had :-)