vrijdag 26 juni 2009

Another one bites the dust


Ik heb het zojuist even gecheckt: in mijn muziekcollectie bevinden zich nog geen tien nummers van Michael Jackson, de man die vandaag op 50-jarige leeftijd overleed.

Jackson is een onbetwist icoon van de afgelopen decennia. Maar wel eentje die zich in de mid-negentiger jaren de zelfverkozen titel King of Pop liet aanmeten, terwijl hij sindsdien eigenlijk geen fatsoenlijke cd meer heeft uitgebracht.

De albums ‘Off the wall’ en ‘Thriller’ konden mijn goedkeuring nog wel wegdragen met ijzersterke songs als ‘Don’t stop ‘til you get enough’, ‘Billie Jean’ (een van mijn all-time favorites) en ‘Beat it’, maar die hadden dan ook die strakke, gelikte productie van Quincy Jones als bonus.

Insane in the membrane
Bij de komst van de wanstaltige ‘Thriller’-video begon ik al af te haken. Dit jochie begon toen echt een beetje raar te worden. En dat werd de jaren daarna alleen nog maar gekker. Nu is een dosis egomanie geen enkele rockster vreemd, maar niemand verdiende zijn bijnaam Wacko Jacko meer dan Michael met zijn eeuwige Peter Pan complex.

Dus nee, ik verkeer niet bepaald in een state of shock of in diepe rouw, zoals de rest van de wereld. Maar hij was als cultureel verschijnsel wel zo groot dat hij een plaatsje in dit blog verdient.

En niemand had de moves die Jacko had.

zondag 21 juni 2009

Zomerplaatje(s)


Everyone has a song he loves to hate. Een van mijn all-time k*ttracks is ‘This is not a love song’ van Public Image Limited. Een non-nummer, geterroriseerd door de snerende stem van poseur Johnny Rotten.

Wie zo’n kotssong weet te transformeren tot een heerlijk zonnige, zwoele bossa nova verdient dan ook mijn onverdeelde aandacht.

Perfecte soundtrack
Het overkwam mij tijdens onze eerste Goa-reis in februari 2005. Wij zaten na zonsondergang onder optimale omstandigheden op het ultieme chill-out strand van Palolem, tussen feeërieke lichtjes Thais te tafelen met de zee lui ruisend op de achtergrond. En uit de speakers klonk de perfecte soundtrack van die al even perfecte avond: de debuut-cd van wat later het Franse groepje Nouvelle Vague bleek te zijn.

Het album dat we daar toen met stijgende verbazing in zijn totaliteit voor het eerst hoorden bleek –behalve eerdergenoemde P.I.L.-cover– nog veel meer pareltjes te bevatten. Allemaal songs (nouvelle vague = new wave, snappu?) uit de post-punkperiode, ontdaan van hun hoekige doem & agressie en stuk voor stuk overgoten met een relaxed, subtropisch sausje.

Poepoepiedoe
Van de bekendere tracks noem ik slechts Joy Division’s ‘Love will tear us apart’, XTC’s ‘Making plans for Nigel’ en ‘A Forest’ van The Cure. Het lijkt ondoenlijk, maar stel je deze nummers dus eens voor in een zwoel-akoestische uitvoering, vergezeld van lichte Braziliaanse percussie & sfeergeluidjes, gezongen door een drietal zangeressen met poepoepiedoestemmetjes & een charmant Frans accent, en je krijgt een beetje een beeld van dit eigenzinnige coveralbum.

Herhalingsoefening?
Nooit gedacht dat dit project (geesteskind van Parijzenaars Marc Collin en Olivier Libaux) een vervolg zou krijgen, maar een jaar later, tijdens de zomer van 2006, verscheen de tweede Nouvelle Vague-cd 'Bande à Part'.
Op het eerste gehoor een aangename herhalingsoefening waarbij het trucje nog eens dunnetjes werd overgedaan. Maar na herbeluistering bleken toch ook duidelijke variaties & verschillen hoorbaar binnen de formule.

Zo werd het monopolie van de zuchtmeisjes doorbroken (een meneer zong Blondie’s ‘Heart of Glass’ en Yazoo’s ‘Don’t go’) alsook de hegemonie van de bossa nova: er klonk reggae, lichte blues, musette en Echo & the Bunnymen’s ‘The Killing Moon’ was nu zelfs een lieflijk-naief walsje!

Bonuszangers
Op hun zojuist verschenen derde, simpelweg NV3 getiteld, gaat de groep doodleuk verder op die ingeslagen weg. Bovendien is op een viertal tracks als leuke bonus de oorspronkelijke zanger te gast om een paar regeltjes mee te zingen. Zo geet Martin Gore acte de presence op Depeche Mode’s ‘Master and Servant’ en neuzelt Ian McCullough het refrein mee op ‘All my colours’ van Echo & the Bunnymen.

Prijsnummers zijn ‘The American’ (ooit van Simple Minds), de lome Talking Heads-cover ‘Road to nowhere’, een prachtig ‘Heaven’ (wie kent ’t nog van de Psychedelic Furs?), Plastic Bertrand’s ‘Ca plane pour moi’ in ska/dubreggae uitvoering en een totaal gestript ‘So lonely’ van The Police.

Er is nog maar één bossa nova cover: het tot lispelend kampvuurliedje omgetoverde ‘God save the Queen’ van eerder genoemde heer Rotten. Eat your heart out Johnny!

Laat die zomer maar komen…

donderdag 18 juni 2009

It was five years ago today…


Houten huwelijk wordt ‘t in den volksmond genoemd. Maar voor ons is het een dag met een gouden randje.
Kan geen toeval zijn dat vandaag –net als vijf jaar geleden- de zon uitbundig schijnt.

maandag 15 juni 2009

Toerist in eigen stad


Sinds ik de trotse bezitter ben van een spiegelreflexcamera, zijn mijn nieuwe vriendje en ik onafscheidelijk. Ieder vrij moment dat ik doorbreng op boulevard, dijk of strand gaat ie met me mee.

Ik bekijk mijn geboortestad waar ik nu al een halve eeuw woon momenteel door de ogen van de gemiddelde toerist die Vlissingen voor het eerst bezoekt. En spiedend door mijn camerazoeker bekoekeloer ik die toeristen ook weer naar hartelust.

Als het zonnetje schijnt installeer ik mij bijvoorbeeld met de cryptische gebruiksaanwijzing vol miniscule symbooltjes op een bankje bij de Oranjemolen teneinde op mijn gemak alle digitale toeters & bellen nader te onderzoeken. En daar schiet ik dan onder verschillende lichtomstandigheden proefplaatjes van passerende schepen of van meeuwen in volle vlucht.

Ondertussen observeer ik stiekem de toeristen die vanaf het station over de Groene Boulevard langs mijn bankje de stad binnenstromen. Het is een gestage stroom van lillend vlees in diverse staten van zomerse ontkleding, vaak –net als ik- met camera op de buik.

Velen nemen daar bij die molen hun eerste Vlissingse foto’s, overweldigd door het weidse zicht op de Westerschelde. Niet zo verwonderlijk, want je zal maar in Beton City of op een of andere Vinex-locatie wonen en dit zeepanorama voor het eerst zien.

Ik zie het als inwoner bijna dagelijks, vind het nog steeds fascinerend en kijk er nu door die camera nóg bewuster naar.

donderdag 11 juni 2009

Back to mono


Om diverse redenen zit er momenteel een beetje de klad in dit blog. Zo is daar o.a. de recente aanschaf van een nieuw digitaal speeltje (Nikon D 40 spiegelreflexcamera) en er is een ander blog waar veel van mijn tijd in gaat zitten.

Om toch maar weer eens iets op dit blog geplaatst te hebben, wilde ik aanvankelijk volstaan met het plaatsen van een filmpje van een onbetwiste muziekklassieker. Maar dat is toch iets te gemakzuchtig. Bovendien is er een reden voor die clip.

Studio als instrument
Onlangs was namelijk in het onvolprezen kunstprogramma ‘Het Uur van de Wolf’ een twee uur durende docu te zien over de legendarische geluidspionier Phil Spector, de man die in de sixties de studio als instrument ontdekte en met zijn Wall of Sound een uit duizenden herkenbaar geluid schiep.

In de uitstekende documentaire werden beelden van zijn proces, waarin hij werd aangeklaagd voor moord, doorsneden met een interview en een chronologisch overzicht van zijn indrukwekkende staat van dienst. Daarbij was prachtig beeldmateriaal te zien uit een ver verleden, dat helaas nergens op internet terug te vinden is.

Mythische weirdo
Phil zelf bleek een monomaan mannetje dat –gespeend van elke bescheidenheid- zichzelf veelvuldig vergeleek met grootheden als Da Vinci, Mozart en Gershwin. In wezen een tragisch mens dat zich overduidelijk miskend voelt door de hele wereld en nu de rekening gepresenteerd krijgt voor zijn excentrieke gedrag uit het verleden. Want Spector was heel zijn leven lang een mythische weirdo, waarbij zelf Wacko Jacko bleekjes afsteekt.

Invloed
Desalniettemin was de man wel verantwoordelijk voor een aantal onbetwiste meesterwerken uit de popgeschiedenis en zou zijn invloed enorm blijken. Luister maar eens naar zijn ‘opvolger’, dat andere gekwelde muziekgenie Brian Wilson of naar Springsteen’s ‘Born to run’, om slechts twee uitersten te noemen.

Twee Spector-classics zouden zeker eindigen in de bovenste regionen van mijn persoonlijke all-time favourites: het bijna opera-achtige ‘Unchained Melody’ en het Wagneriaans-ruige ‘River Deep – Mountain High'.

Kapotte stem
Het verhaal gaat dat de maniakale producer Turner dat laatste nummer zo vaak liet inzingen dat haar stem het uiteindelijk bijna begaf en zodoende precies de juiste ruwheid kreeg die hij voor ogen had. (Tina Turner: "I must have sung that 500,000 times. I was drenched with sweat. I had to take my shirt off and stand there in my bra to sing."). Vandaar dus die live clip bovenaan dit postje.

Knalhard
Maar Spector-producties moet je eigenlijk in hun oorspronkelijke vorm in knalhard mono uit je boxen horen denderen. Daarom zojuist de 4cd-box ‘Back to Mono (1958-1969)’ maar weer eens gereserveerd bij de Centrale Discotheek Rotterdam, want nieuw werk hoeven we voorlopig van de 69-jarige Phil niet te verwachten. Een dag na de tv-uitzending werd hij in een hernieuwd proces alsnog veroordeeld tot 19 jaar cel.

zaterdag 6 juni 2009

Luxe probleem


Ik hoorde het recent in korte tijd drie mensen in mijn kennissenkring verzuchten: “Nee, ik download momeneel nix meer, eerst maar eens beluisteren wat ik de laatste tijd allemaal heb binnengehaald. Ik heb inmiddels zo verschrikkelijk veel muziek!”.

Het klinkt mij bekend in de oren. Er is voor de liefhebbers zoveel te vinden dat hun hobby maniakale vormen kan aannemen en verzamelwoede kan overgaan in overgretige hebzucht onder het motto ‘Moekokkè!’ (< taalkundige inside joke voor Zeeuwen).

Digitale gulzigheid
Ook ik val regelmatig ten prooi aan periodes van digitale gulzigheid. Om soms weer een tijdlang niets binnen te halen en –inderdaad- alleen maar bezig te zijn met beluisteren & ordenen van wat ik nou precies allemaal gratis op mijn pc heb verzameld. En vooral met het wegmieteren van te geestdriftig & te prematuur gedownloade muziekjes.

Hoewel ook ik mezelf een tijdelijk downloadverbod had opgelegd, zat ik korte tijd later toch al weer pogingen te doen iets van The Great Lake Swimmers binnen te halen, want over die Canadese band had ik goeie dingen horen waaien.

Hun laatste cd ‘Lost Channels’ blijkt een waar pareltje binnen het alt country genre en draait hier in Huize Q inmiddels uitentreure. Het wil tenslotte nog niet echt zomeren, dus wat muzikale winter melancholica is op dit moment (nog) niet geheel misplaatst.

Houdt het dan nooit op?
Dat smaakte naar meer en dat betekende: op zoek naar de vorige cd’s van die Swimmers! Terwijl ik geduldig in wachtrijen zat, de tijd maar goed benut en ondertussen nog eens verder gesnuffeld naar nieuwe muziekjes. Tegelijkertijd uploadde een bevriende muziekfanaat ongevraagd nog drie nieuwe cd’s naar mijn pc. En voordat ik het wist had ik er weer 15 complete cd’s bij die weer beluisterd, gewaardeerd & gecategoriseerd moeten worden.

Om Carice van Houten te quoten: “Houdt het dan nooit op?”. Nee, ik vrees dat mijn muziekvrienden en ik het op onze leeftijd niet meer afleren. Maar we houden er wel een waanzinnige muziekcollectie aan over.

Want ook terwijl ik dit tik, is er al weer een nieuwe cd aan het binnenlopen...

donderdag 4 juni 2009

It was 20 years ago today


Vandaag op de kop af 20 jaar geleden verbleef ik op vakantie in Turkije en zag tot mijn verwondering en verbijstering op de tv een man pontificaal voor een rij oprukkende tanks staan. Plaats van handeling: het Plein van de Hemelse Vrede, in wat toen nog Peking heette. Het indrukwekkende beeld van de man met zijn boodschappentasjes zou zich op het netvlies van de wereld branden en als een iconische foto de geschiedenis ingaan.

Sinds begin deze week heeft het Chinese regime weer eens de nodige websites geblokkeerd, ditmaal omdat men een herdenking vreest van de studentenopstand in 1989. Uit voorzorg zijn daarom Twitter, Hotmail, Flickr en Youtube niet meer te raadplegen of te gebruiken in China.

Ter nagedachtenis aan die anonieme (en inmiddels ongetwijfeld weggezuiverde) ‘tank man van Tiananmen’ daarom nog een keer die beelden hier op dit blog.

Je weet maar nooit, misschien komt hier t.z.t. nog wel eens een onwetende Chinees langs…

woensdag 3 juni 2009

Druk, druk, druk


Met ingang van deze week moet ik mijn aandacht verdelen over twee weblogs: dit blog en dat van mijn werk waar we recent met een tiental collega’s Bieb Blog Vlissingen zijn gestart.

Samen met collega M ben ik verantwoordelijk voor de eindredactie van dat blog en worden wij geacht onze enthousiaste blogmedewerkers aan te sturen, te corrigeren en te te motiveren. Ook is het de bedoeling dat we er met enige regelmaat zelf een postje op plaatsen. En ik kom al bijna nauwelijks aan mijn eigen blog toe!

Daarom zal ik af & toe mijn toevlucht moeten nemen tot een enigszins incestueuze constructie: het herschrijven van oude Q-blogpostjes over boeken, dvd’s en cd’s die ik vervolgens op dat Bieb Blog kan plaatsen.

Ik denk dat het overigens niemand zal opvallen, want wie leest dit hier nu? Bovendien doe ik op die manier eindelijk toch iets aan schaalvergroting :-)

maandag 1 juni 2009

Pinksteramusement


Eindelijk weer eens een geslaagd evenement in Vlissingen, de stad die zichzelf al jarenlang promoot met de inmiddels sleetse slogan ‘Bruisend als de branding’. Hetgeen zich in de praktijk manifesteert door een zomeraanbod van jaarmarkten, braderieën en vergelijkbare toeristische crowd pleasers.

Smaakbommetjes
De Vlissingse horeca pakte afgelopen pinksterweekend leuk uit met een culinair probeersel: de eerste versie van Amuse Me. Het betrof een smaakbommetjesfeest waarbij een tiental restaurants zijn beste beentje voorzette door het presenteren van drie amuses inclusief een begeleidend glas wijn voor de laagdrempelige prijs van nog geen tientje.

Culi-team op onderzoek
Het culi-team van dit blog trok er vijf uur proeftijd voor uit en bezocht in het algemeen belang een dito aantal deelnemende restaurants. Het smaakteam was aangenaam verrast over de kwaliteit van het gebodene (zoals te verwachten in een maritieme plaats als Vlissingen veel zeeverse oesters, paling, kreeft en andere visvarianten) en rolde bomvol en tevreden om half 11 weer Huize Q binnen.

Het team mompelde nog iets in de trant van 'Volgend jaar graag een hele week, met nog meer restaurants', maar toen ging toch vroegtijdig het licht uit.

Exotische hapjes?
De volgende dag ontvluchtten wij de Vlissingse drukte van de Pinkstermarkt en togen wij naar het Dunya Festival in Rotterdam. Ooit, zo’n 12 jaar geleden, bezochten wij het eerder en wij verheugden ons dus op een gezellige drukte, leuke wereldmuziek en vooral vele exotische hapjes.
Dat viel dus jammer genoeg allemaal tegen. Niet alleen was de drukte niet langer gezellig (250.000 bezoekers!), de muziek klonk matig en qua inwendige mensverzorging was de catering ondermaats. Frites- en hamburgertenten alom, maar waar waren de lekkere internationale hapjes van weleer?

Halverwege de middag hielden we het dan ook voor gezien en na een smakelijke late lunch buiten het festivalterrein vertrokken we vervroegd weer richting Vlissingen waar we op een terras aan zee nog net de zonsondergang konden meemaken.

Huiselijk festivalgevoel
Zodoende nix gezien van Transglobal Underground, de band waar we eigenlijk voor naar Rotterdam gingen. Op het moment dat deze slotact van Dunya begon, zaten wij al weer in Huize Q voor de televisie en genoten we van de registratie van Pinkpop. Toch nog een stukje festivalbeleving, en bovendien met alle comfort binnen handbereik!